Wanneer je letselschade oploopt, bijvoorbeeld door een verkeersongeval of een bedrijfsongeval, dan krijg je te maken met verschillende vormen van schade. Eén van de schadevormen die dan aan de orde kunnen komen is de "zorgschade". Zorgschade bestaat in de kern uit alle kosten voor verzorging, verpleging en begeleiding die het slachtoffer van een ongeval noodgedwongen moet maken. Ook de zorgschade dient vergoed te worden door de veroorzaker van het ongeval, want ook die zorgkosten kwalificeren als schade.
Bij het vaststellen van (de omvang van) de zorgschade onderscheiden we de volgende vormen van zorg en hulp:
De Letselschade Raad heeft een Handreiking Zorgschade bij letselschade opgesteld, waarin staat dat het slachtoffer recht heeft op een vergoeding voor de noodzakelijke zorg die nodig is. De handreiking biedt aanknopingspunten voor het vaststellen van de zorgbehoefte en de hoogte van precieze de zorgkosten. Dit hulpmiddel van De Letselschade Raad is opgesteld om de positie van letselschadeslachtoffers te verbeteren, en dat werkt in de praktijk best goed.
Voor veel soorten van zorg en voorzieningen bestaan publiekrechtelijke regelingen, zoals de Wet langdurige zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (ZvW) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Omdat de publiekrechtelijke en civielrechtelijke aanspraken kunnen overlappen, kan het voorkomen dat slachtoffers ‘van het kastje naar de muur’ worden gestuurd. Voor een vervoersvoorziening verwijst de verzekeraar van de veroorzaker het slachtoffers (bijvoorbeeld) naar de gemeente, en de gemeente wijst op haar beurt naar de verzekeraar. Wanneer zo’n situatie optreedt, kan jouw advocaat partijen tot de orde roepen en hen wijzen op jouw rechten. De instantie waar u een aanvraag indient moet deze in behandeling nemen, en jouw belang dient centraal te staan.
Heb je letselschade opgelopen en wil je jouw zaak voor advies aan ons voorleggen? Of wil je misschien meer informatie over zorgschade of een andere schadecomponent? Neem dan gerust vrijblijvend contact met ons op.
Ja, onder omstandigheden maakt een slachtoffer ook aanspraak op smartengeld zonder letsel. In de wet is bepaald dat een slachtoffer recht heeft op smartengeld ingeval van “lichamelijk letsel”, maar volgens de wet bestaat onverkort ook in twee andere situaties recht op smartengeld; als een persoon is aangetast “in zijn eer of goede naam” of als iemand “op andere wijze in zijn persoon is aangetast” (artikel 6:106 lid 1 sub b BW). Voor de letselschadepraktijk is de eerste categorie (“lichamelijk letsel”) zonder meer het meest van belang, maar als daar aanleiding voor is dan brengen we ook de andere grondslagen in stelling. Wij laten niks liggen.
Het zal voor een slachtoffer moeilijk zijn om slechte juridische dienstverlening te herkennen. Een slachtoffer is doorgaans juridisch immers niet onderlegd. Een slachtoffer zal daarentegen vaak wel in staat zijn om te beoordelen of zijn belangenbehartiger invoelend is, afspraken nakomt en het tempo in de letselschadezaak bewaakt. Als dat niet in de haak is, dan is dat vaak een goede indicatie dat ook de juridische kwaliteit te wensen over laat.
Omdat de (verzekeraar van de) veroorzaker verplicht is om alle “redelijke kosten” van het slachtoffer te betalen, waaronder de kosten van rechtsbijstand, betaalt het slachtoffer in principe niets. De rechtsbijstand is dus gratis voor het slachtoffer omdat de verzekeraar van de veroorzaker de kosten al betaalt. Als voorwaarde geldt wel dat de aansprakelijkheid moet zijn erkend of moet zijn komen vast te staan, maar in de meeste gevallen is dat gelukkig geen probleem. Meteen bij ons eerste contact maken we een inschatting of de verzekeraar wel of niet zal erkennen.
Jouw werkgever kan aansprakelijk worden gesteld voor het ontstaan van de schade die jij door de beroepsziekte hebt opgelopen (artikel 7:658 BW). Aan de werkgever wordt dan het verwijt gemaakt dat hij niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan; de werkgever moet volgens de wet zorgen voor een veilige werkomgeving. Op de werknemer rust de bewijslast om aan te tonen dat de (gezondheids)schade is ontstaan in de uitoefening van de werkzaamheden. Deze bewijslast zorgt bij een bedrijfsongeval niet snel voor problemen, omdat vaak gelijk duidelijk is dat de schade op de werkvloer is ontstaan.
Bij een beroepsziekte die pas later aan het licht komt, kan het moeilijker zijn om aan te tonen dat de (gezondheids)schade tijdens de werkzaamheden is ontstaan. Dat komt omdat een beroepsziekte soms meerdere oorzaken kan hebben. De verhouding tot de privésituaties kan van betekenis zijn, bijvoorbeeld omdat niet duidelijk is of de ziekte het gevolg is van het werk, dan wel het gevolg is van buiten het werk gelegen factoren. Denk aan RSI-klachten (muisarm), die kunnen zijn ontstaan door langdurig beeldschermwerk op de werkplek dan wel het in de avonduren notuleren voor de plaatselijke tennisvereniging. De ‘arbeidsrechtelijke’ omkeringsregel en het leerstuk van de proportionele aansprakelijkheid kunnen in deze situaties soms uitkomst bieden voor de werknemer.
Onze inzet is om jou (juridisch) te ontzorgen. Jij hebt als slachtoffer of gedupeerde immers al genoeg aan je hoofd. Schroom niet en zoek contact met ons, om in de meeste gevallen gratis rechtshulp te ontvangen van ervaren en gespecialiseerde advocaten.
Van Diepen Letselschade is onderdeel van de advocatenmaatschap Van Diepen Van der Kroef Advocaten, statutair gevestigd en (mede) kantoorhoudende te (1077BL) Amsterdam aan het Dijsselhofplantsoen 16-18. De advocatenmaatschap is ingeschreven in het handelsregister onder nummer 34330703