Wanneer je letselschade hebt opgelopen bij een ongeval, dan kan er behoefte ontstaan aan huishoudelijke hulp voor activiteiten zoals schoonmaken, koken, boodschappen doen en het verzorgen van kinderen of huisdieren. De kosten van noodzakelijke hulp als gevolg van een ongeval moeten door de verzoeker worden vergoed als onderdeel van de materiële schadevergoeding.
Het gaat in dit verband om hulp voor werkzaamheden die je voor het ongeval gewoon zelf verrichtte. Deze (mantel)zorg kan zijn verleend door familie (partner, thuiswonende kinderen), vrienden, kennissen, thuiszorg (via de WMO van de gemeente) of een ingeschakelde professionele (schoonmaak)hulp. In al die gevallen maakt het slachtoffer aanspraak op vergoeding. Per huishoudelijke taak moet bepaald worden of en in welke mate je daarvoor bent uitgevallen. Zo wordt het aantal uren benodigde hulp per week berekend.
De Letselschade Raad heeft voor het bepalen van een redelijk schadebeloop voor mantelzorg na een ongeval de Richtlijn Huishoudelijke Hulp opgesteld. Deze richtlijnlijn is per 1 januari 2023 geactualiseerd en geeft handvatten voor vergoedingen tijdens de eerste drie maanden van mantelzorg na een ongeval. In de richtlijn zijn normbedragen (variërend van € 78,- tot € 334,- per week) opgesteld op basis van de samenstelling van jouw huishouden en de mate van de beperking. Na drie maanden wordt beoordeeld of er nog steeds een hulpbehoefte is en zo ja, of de mantelzorg nog volstaat, dan wel professionele hulp geboden is.
Als er professionele hulp moet worden ingeschakeld, omdat er geen mantelzorg beschikbaar is of de te leveren zorg niet toereikend is, dan wordt er voor wat betreft de hoogte van het uurtarief aangesloten bij wat in jouw regio een gebruikelijk tarief is. De aansprakelijke partij moet deze redelijke vergoeding betalen. Of er sprake is van hulpbehoefte en in welke omvang, dat wordt onder andere vastgesteld aan de hand van een medisch advies of door de inschakeling van een arbeidsdeskundige.
De kosten van huishoudelijke hulp als gevolg van een ongeval moet door de aansprakelijke partij worden vergoed als onderdeel van jouw materiële schade. Jouw advocaat helpt je bij het zoeken van de geschikte hulp en het regelen van vergoeding van de kosten. Wil je meer informatie of wil je jouw letselschadezaak aan ons voorleggen? De gespecialiseerde letselschadeadvocaten van Van Diepen Letselschade staan voor je klaar.
De Gedragscode Behandeling Letselschade van de Letselschade Raad voorziet in een handjevoltermijnen voor de behandeling van letselschadezaken. Alle verzekeraars die zijn aangesloten bij het Verbond van Verzekeraars zijn aan deze termijnen in beginsel gebonden. Op grond van Gedragsregel 2 moet de ontvangst van een aansprakelijkstelling binnen twee weken door de verzekeraar worden bevestigd. Op grond van Gedragsregel4 geldt dat de verzekeraar binnen drie maanden een standpunt moet innemen ten aanzien van de aansprakelijkheid. Tot slot voorziet Gedragsregel 7 in het voorschrift dat de vergoeding binnen veertien dagen na de erkenning of definitieve vaststelling van de schade moet worden uitgekeerd. In de praktijkhouden verzekeraars zich niet altijd aan deze termijnvoorschriften, maar omdat deze bindend zijn spreken we de verzekeraar erop aan als de termijnen worden overschreden.
Nee, in principe niet. Je hebt recht op een vergoeding van ál jouw schade en dat kan in de papieren lopen. Gelukkig is de veroorzaker van de schade in de meeste gevallen verzekerd en heeft de verzekeraar diepe zakken. In ieder geval is het onze taak om tot een zo hoog mogelijke en ‘faire’ schadevergoeding te komen. In de praktijk geldt overigens wel dat voor sommige schadeposten door de Letselschade Raad vaste bedragen zijn vastgesteld voor specifieke schadeposten. Dat geldt bijvoorbeeld voor de kosten van studievertraging of huishoudelijke hulp. Het blijven richtlijnen waarop in zoverre kan worden afgeweken, maar het voorkomt de nodige discussie met de verzekeraar. Dat helpt enorm in de schadeafwikkeling.
Ja, elk slachtoffer heeft - bovenop de vergoeding van alle materiële schade - recht op smartengeld. De wet bepaalt dat elk toegebracht letsel door een ander, hoe klein of groot ook, recht geeft op smartengeld (artikel 6:106 lid 1 sub b BW). In een beroemd arrest floot de Hoge Raad het Gerechtshof terug nadat zij had geoordeeld dat een blauw oog als letsel te gering was om in aanmerking te komen voor smartengeld (HR 29 juni 2012, LJN BW1519). De wet stelt nu eenmaal geen ondergrens, aldus de Hoge Raad. Ook psychisch letsel komt voor smartengeld in aanmerking, maar dan alleen voor zover dat letsel voldoende concreet is en voldoende aannemelijk is gemaakt (HR 9 mei 2003, NJ 2005/168).
Ja, onder omstandigheden maakt een slachtoffer ook aanspraak op smartengeld zonder letsel. In de wet is bepaald dat een slachtoffer recht heeft op smartengeld ingeval van “lichamelijk letsel”, maar volgens de wet bestaat onverkort ook in twee andere situaties recht op smartengeld; als een persoon is aangetast “in zijn eer of goede naam” of als iemand “op andere wijze in zijn persoon is aangetast” (artikel 6:106 lid 1 sub b BW). Voor de letselschadepraktijk is de eerste categorie (“lichamelijk letsel”) zonder meer het meest van belang, maar als daar aanleiding voor is dan brengen we ook de andere grondslagen in stelling. Wij laten niks liggen.
Het zal voor een slachtoffer moeilijk zijn om slechte juridische dienstverlening te herkennen. Een slachtoffer is doorgaans juridisch immers niet onderlegd. Een slachtoffer zal daarentegen vaak wel in staat zijn om te beoordelen of zijn belangenbehartiger invoelend is, afspraken nakomt en het tempo in de letselschadezaak bewaakt. Als dat niet in de haak is, dan is dat vaak een goede indicatie dat ook de juridische kwaliteit te wensen over laat.
Onze inzet is om jou (juridisch) te ontzorgen. Jij hebt als slachtoffer of gedupeerde immers al genoeg aan je hoofd. Schroom niet en zoek contact met ons, om in de meeste gevallen gratis rechtshulp te ontvangen van ervaren en gespecialiseerde advocaten.
Van Diepen Letselschade is onderdeel van de advocatenmaatschap Van Diepen Van der Kroef Advocaten, statutair gevestigd en (mede) kantoorhoudende te (1077BL) Amsterdam aan het Dijsselhofplantsoen 16-18. De advocatenmaatschap is ingeschreven in het handelsregister onder nummer 34330703