Voor de tweede keer slachtoffer als gevolg van een kwalijke schadeafhandeling
Een slachtoffer van een verkeersongeval, bedrijfsongeval of medische fout heeft niet alleen een heftige gebeurtenis te verwerken, maar ziet daarnaast ook een grillig traject tegemoet. De herstelfase breekt aan en hij of zij moet mogelijk met tijdelijke of zelfs blijvende beperkingen leren omgaan. En als een ander aansprakelijk is voor het ongeval, dan wordt er veelal met behulp van een letselschadeadvocaat een schaderegeling opgestart. Ook dat traject kan soms behoorlijk moeizaam verlopen. Zelfs zó moeizaam, dat men op enig moment kan spreken van ‘secundaire victimisatie’.
Secundaire victimisatie is een wetenschappelijke term voor hernieuwd slachtofferschap. Het houdt in dat iemand die eerst slachtoffer is geworden van een ongeval daarna opnieuw wordt benadeeld, maar dan door de houding of werkwijze van een bedrijf of instantie, bijvoorbeeld een verzekeringsmaatschappij.
In letselschadezaken kunnen de aansprakelijke verzekeraars secundaire victimisatie veroorzaken door het aannemen van een starre en weinig coöperatieve houding. Daardoor voelt het slachtoffer zich niet gehoord en weinig respectvol behandeld. Bovendien heeft het handelen van de verzekeraar tot gevolg dat de schaderegeling veel langer duurt dan nodig is, wat een negatieve invloed heeft op het herstel en het welzijn van het slachtoffer. Helaas komt dit maar al te vaak voor. Een aantal verzekeraars staat er helaas zelfs om bekend secundaire victimisatie te veroorzaken.
We geven een paar voorbeelden van (denkbeeldige) slachtoffers die hernieuwd slachtofferschap ervaren.
Secundaire victimisatie kan op het slachtoffer een enorm negatieve impact hebben. Het leidt tot extra leed, frustratie en onzekerheid. Ook kan het leiden tot (het verergeren van) psychische of lichamelijke klachten, en daarmee tot een vertraagd herstel. Het kan er zelfs toe leiden dat het slachtoffer het vertrouwen verliest in zichzelf, het Nederlandse rechtssysteem en de samenleving in het algemeen.
Uiteraard is secundaire victimisatie een fenomeen dat we zoveel mogelijk willen voorkomen. We gunnen slachtoffers dat zij weer vooruit kunnen kijken, hun kracht hervinden en ondanks eventuele beperkingen hun leven weer kunnen opbouwen. Daarom doen wij er alles aan om te zorgen voor een voortvarende en oplossingsgerichte schaderegeling. En mocht een verzekeraar daaraan onvoldoende willen meewerken, dan claimen we namens het slachtoffer een hoger bedrag aan smartengeld voor het extra leed dat de verzekeraar door haar houding heeft veroorzaakt.
Wil je meer informatie of ben je betrokken bij een letselschadezaak? Neem dan gerust contact met ons op.
Ja, onder omstandigheden maakt een slachtoffer ook aanspraak op smartengeld zonder letsel. In de wet is bepaald dat een slachtoffer recht heeft op smartengeld ingeval van “lichamelijk letsel”, maar volgens de wet bestaat onverkort ook in twee andere situaties recht op smartengeld; als een persoon is aangetast “in zijn eer of goede naam” of als iemand “op andere wijze in zijn persoon is aangetast” (artikel 6:106 lid 1 sub b BW). Voor de letselschadepraktijk is de eerste categorie (“lichamelijk letsel”) zonder meer het meest van belang, maar als daar aanleiding voor is dan brengen we ook de andere grondslagen in stelling. Wij laten niks liggen.
De bezitter van een dier is aansprakelijk voor alle schade die ‘zijn’ dier veroorzaakt; het centrale artikel 6:179 BW legt een zogenoemde risicoaansprakelijkheid op de bezitter van een dier. In de meest gevallen is de bezitter van het dier ook de eigenaar, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Tevens geldt dat medebezitters van een dier hoofdelijk aansprakelijk zijn (artikel 6:180 lid 1 BW) en dat ouders vervangend aansprakelijk zijn voor de dieren van hun kinderen (artikel 6:183 lid 2 BW).
Dat is een hele moeilijk vraag, waar helaas geen simpel antwoord op te geven is. De vraag welke schadevergoeding je als slachtoffer kan vorderen hangt samen met oneindig veel (persoonlijke) omstandigheden en verschilt van geval tot geval. Om toch een idee te geven van bedragen is elders op deze webpagina aandacht besteed aan de verschillende (materiële) schadeposten en ook vind je elders op deze webpagina meer informatie over het smartengeld waar een slachtoffer rechtop heeft. De optelsom van de materiële schade en het smartengeld vormen jouwschadevergoeding.
Als je als werknemer niet meer of in mindere mate kan werken dan ga je doorgaans eerst naar de bedrijfsarts. De bedrijfsarts zal dan de oorzaak van de ziekte vaststellen. Als de bedrijfsarts een beroepsziekte vaststelt, dan is hij of zij verplicht om de beroepsziekte te melden aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (artikel 9 lid 3 arbeidsomstandighedenwet en artikel 1.11 lid 1-3 arbeidsomstandighedenregeling). Ben je het niet eens met de bedrijfsarts? Dan kan je een second opinion of een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV. Ook jouw werkgever kan dat doen. Als je niet langer voor de betreffende werkgever werkzaam bent, dan kan een medisch haalbaarheidsonderzoek uitsluitsel geven.
Onze inzet is om jou (juridisch) te ontzorgen. Jij hebt als slachtoffer of gedupeerde immers al genoeg aan je hoofd. Schroom niet en zoek contact met ons, om in de meeste gevallen gratis rechtshulp te ontvangen van ervaren en gespecialiseerde advocaten.
Van Diepen Letselschade is onderdeel van de advocatenmaatschap Van Diepen Van der Kroef Advocaten, statutair gevestigd en (mede) kantoorhoudende te (1077BL) Amsterdam aan het Dijsselhofplantsoen 16-18. De advocatenmaatschap is ingeschreven in het handelsregister onder nummer 34330703